Het similia-principe
Zo’n tweehonderd jaar geleden ontdekte de Duitse arts en chemicus Samual Hahnemann dat een stof die in een grote dosis vergiftigingsverschijnselen oproept, in een hele kleine dosering deze vergiftigingsverschijnselen kan doen genezen. Hij noemde dit het ‘similia-principe’ of het gelijksoortigheidsbeginsel.
Dit similia-principe is de basis van de homeopathie. Een voorbeeld hiervan is de brandnetel, die bij aanraking jeuk en huiduitslag geeft. Een homeopathische bereiding van diezelfde brandnetel kan een ziekte genezen met dezelfde kenmerken, zoals netelroos.
Het potentieren
Om een homeopathisch geneesmiddel te bereiden, wordt een stof gepotentieerd. Dit is het trapsgewijs verdunnen en schudden van een stof. Op deze manier wordt de energie van de stof overgedragen op watermoleculen. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is er ruimschoots wetenschappelijk bewijs voor dit werkingsmechanisme. Om meer te lezen over homeopathie en wetenschap, verwijs ik graag naar de site van de Hahnemannapotheek: http://www.hahnemann.nl/content/informatie_onderzoek.html
De uitgangsstof
Een homeopathisch geneesmiddel kan van allerlei uitgangsstoffen zijn gemaakt, zowel plantaardig als dierlijk.
Zelfgenezend vermogen
Homeopathie is een geneeswijze die gebruik maakt van het zelfgenezend vermogen van het lichaam. Meestal is het lichaam prima in staat om zichzelf te helen: denk maar aan een schaafwond waar vanzelf een korstje op komt. Soms raakt dit zelfgenezend vermogen echter verstoord en hebben lichaam en geest een zetje nodig om weer in hun kracht te komen. Door een homeopathisch geneesmiddel uit te zoeken dat bij zowel u als persoon als uw klacht past, wordt dit zelfgenezend vermogen weer geactiveerd.